Aantekeningen |
- Beroep:
scheepsjongen (1711), matroos (1718), botteliersknecht (1721), bottelier (1723-1728)
Cornelis DE GEUS was in dienst van de VOC.
Op 14-jarige leeftijd vertrok hij als scheepsjongen voor zijn eerste reis met het VOC-schip 'Hoedekenskerke' op 8 januari 1711 vanuit Goeree. Omdat het schip zijn masten verloor, verbleef het van februari tot 24 april in de haven van Lissabon voor herstelwerkzaamheden. Op 28 juli werd Kaap de Goede Hoop bereikt, van waaruit de reis naar de Oost op 5 september werd voortgezet. Op 30 oktober 1711 bereikte het schip Batavia. Cornelis verbleef ruim vijf jaar in de Oost. Op 1 december 1716 ging hij terug aan boord van het schip 'Westhoven', dat van 9 maart tot 13 april 1717 aan de Kaap verbleef. Op 30 juli 1717 liep het schip binnen bij Goeree.
Zijn tweede reis naar Indië maakte Cornelis als matroos, wederom aan boord van de 'Westhoven'. Op 2 januari 1718 vertrok het schip van Goeree en van 17 april tot 18 mei verbleef het aan de Kaap. Batavia werd bereikt op 30 juli 1718. Enkele maanden later, op 25 november, reisde Cornelis terug aan boord van de 'Vaderland Getrouw'. Na een verblijf van 16 maart tot 2 april 1719 aan de Kaap legde het schip op 8 augustus 1719 bij Goeree aan.
Op 21 september 1720 verzocht Cornelis, samen met zijn gewezen voogd Johannes JENKINS, aan de weeskamer te Delft om uitbetaling van het voor hem gereserveerde en door de weeskamer belegde erfdeel ten bedrage van 58 gulden, 5 stuivers en 8 penningen. Het verzoek werd toegekend, ondanks het feit dat Cornelis nog geen 25 jaar was, de gebruikelijke leeftijd om een door de weeskamer beheerd kapitaal uit te keren. De reden hiervoor was dat Cornelis aangaf al twee keer in Oost-Indië te zijn geweest en dat hij binnenkort weer daarheen zou vertrekken als bottelier.
Het aangekondigde vertrek liet echter nog even op zich wachten, want Cornelis begon pas op 8 april 1721 aan zijn derde reis naar Indië, weer met de 'Vaderland Getrouw' vanuit Goeree. Hij was nu botteliersknecht. Van 22 juli tot 22 augustus was het schip aan de Kaap en op 24 oktober 1721 werd Batavia bereikt. Met hetzelfde schip zeilde Cornelis terug op 17 december. Na een verblijf aan de Kaap van 24 februari tot 10 april 1722 kwam het schip aan op 8 augustus 1722 bij Fort Rammekens (Walcheren). De maand daarop, op 12 september 1722, ging Cornelis in ondertrouw met Catharina DOESEN.
Lang bleef het jonggetrouwde paar niet bij elkaar, want op 29 maart 1723 vertrok Cornelis alweer vanuit Goeree met het schip 'Kasteel van Woerden'. Hij was aan boord bottelier, een functie die hij ook op zijn volgende reizen zou blijven uitoefenen. Van 9 tot 25 juli verbleef men aan de Kaap en op 1 oktober 1723 bereikte men Batavia. Met de 'Spiering' werd op 17 december 1723 de terugreis aanvaard. Het schip verbleef aan de Kaap van 7 maart tot 2 april 1724 en op 5 juli 1724 was het schip terug in Goeree. Cornelis zag toen voor het eerst zijn dochtertje Neeltje, dat tijdens zijn afwezigheid was geboren. Een maand later, in augustus 1724, stierf het kind echter.
Op Kerstdag, 25 december 1724, voer Cornelis voor de vijfde maal uit naar de Oost, aan boord van de fluit 'Delfland'. Het voorjaar werd afgewacht op de Shetland Eilanden, waar het schip was afgemeerd van 6 januari tot 27 maart 1725. Op 16 juli bereikte het schip de Kaap, vanwaar op 8 augustus koers gezet werd naar Batavia. De aankomst daar was op 30 oktober 1725. Met hetzelfde schip reisde Cornelis weer terug op 1 december 1725. Van 29 januari tot 21 maart 1726 lag het schip aan de Kaap en op 5 juli 1726 was het terug in Goeree.
Vier maanden later begon Cornelis' zesde reis naar Indië. Op 6 november 1726 vertrok hij vanuit Goeree aan boord van de fluit 'Ter Horst'. Op 8 april 1727 legde het schip aan bij de Kaap. Cornelis reisde niet meteen verder met hetzelfde schip naar Indië; hij verliet de Kaap aan boord van de 'Alblasserdam' op 25 augustus 1727, die op 25 oktober 1727 aanlegde aan de rede van Batavia.
De terugreis maakte Cornelis op het jacht 'Westfriesland', dat op 16 december 1727 uit Batavia vertrok. Van 14 februari tot 7 april 1728 lag het schip aan de Kaap en op 27 juli 1728 bereikte het Fort Rammekens op Walcheren.
[Bron: Nationaal Archief, "VOC - opvarenden" en Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, "De VOC. Scheepvaart tussen Nederland en Azië 1595-1795"]
|