Aantekeningen |
- Pieter werd gedoopt in de Nederduits Hervormde kerk in Leeuwarden. Nadat zijn moeder op jonge leeftijd overleed (voor 4 februari 1682), zal hij, net als zijn zus Albertine aan de zorgen van hun familie zijn toevertrouwd en hoogstwaarschijnlijk een katholieke opvoeding hebben gekregen. Niet ondenkbaar is dat Pieter is ondergebracht bij zijn oom en tante Dirck Alberts BOURBOOM en Lijsbeth LIJCKELES, alwaar hem door zijn oom het schoenmakersvak zal zijn bijgebracht. Albertina zal naar alle waarschijnlijkheid zijn opgevoed door haar oom en tante Jan MEIJER en Beertje BOURBOOM, welke laatste in 1687 hertrouwde met Martinus EMMERZEEL. Zowel Pieter als Albertina zullen hun eerste zonen naar hun suikeroom Martinus hebben vernoemd.
Pieter en zijn zus Albertine gebruiken beiden de achternaam van hun moeder: BOURBOOM. Bovendien laten beiden hun kinderen katholiek dopen.
[Bron: J. Faber - Uit eersugt en om geld en eer en hoge staat. De familie Bourboom, het succesverhaal van een Leeuwarder regentengeslacht temidden van tijdgenoten (1652-1791) in Leeuwarder Historische Reeks deel VI (1997)]
- Pijter Dirx BOURBOOM, meester schoenmaker in de Speelmanstraat te Leeuwarden, volle oom van Martinus JURMA, wordt op 4 juni 1726 benoemd tot diens curator.
[Bron: Historisch Centrum Leeuwarden, autorisatieboeken, w013-178]
- Op 25 februari 1735 getuigt Pijtter BOURBOOM, 63 jaar, in de Speelmanstraet inzake belediging een mishandeling van de gezusters Grijttie en Catharina ANNÉ
[Bron: Historisch Centrum Leeuwarden, informatieboeken, c012-376]
|