Aantekeningen |
- Veroordeling:
Jacob Verboven wordt in een strafzaak op vrijdag 30 november 1827 door de Rechtbank van Eerste Aanleg te Zierikzee schuldig bevonden aan het 'hakken en diefelijk wegnemen van groeijend hout uit het Bosch van de Erfgenamen van Dingeman Hallingse onder Ouwerkerk'. Hij erkent drie stukken hout van een essenstronk te hebben gekapt om er een dorsvlegel van te maken.
Tegen hem wordt een maand gevangenisstraf geëist, maar hij krijgt drie dagen cel en wordt veroordeeld tot de kosten (fl. 2,33½).
Het rechtbankverslag luidt:
Vrijdag den 30 November 1827 N: 1051
De Regtbank van eersten aanleg over het Arrondissement Zierikzee, Provincie Zeeland, Regtdoende en Zake van Correctioneele Politie
tusschen
den Heer Officier, Eischer Ro
contra
Jacob Verboven, arbeider wonende te Ouwerkerk.
Gedaagde
op het requisitoir van den Heer Officier.
Gelezen het Proces-Verbaal opgemaakt door den Veldwagter te Ouwerkerk Dirk Hendrikse in dato drie en twintigsten October 1800 zeven en twintig ten laste Jacob Verboven, oud 58 jaren, geboren en wonende te Ouwerkerk, van het hakken en diefelijk wegnemen van groeijend hout uit het Bosch der Erfgenamen van Dingeman Hallingse onder Ouwerkerk; en zulks in den vroegen morgen van den drie en twintigsten October 1800 zeven en twintig; zijnde het geroofde hout bij den Beklaagden bevonden..
Gehoord den Getuigen Cornelis Hallingse, oud 45 jaren, geboren en wonende te Nieuwerkerk, Burgemeester, dewelke, na praestatie van den vereischten Eed in handen van Mijnheer den voorzitter heeft verklaard, niet te zijn bloed of aanverwant, noch te staan in dienst van den Beklaagden.
Gehoord den Beklaagden, welke erkent "drie houten van een Esse stronk uit bovengenoemd Bosch te hebben afgehakt en met zich genomen, om daarvan een dorschvlegel te maken".
Gehoord den Heer Officier zijnen Eisch en conclusiën, daartoe tenderende: "dat de Gedaagde, ter zake voorschreve, zal worden gecondemneerd, tot Gevangenis straf gedurende Een maand, krachtens art. 445 en 447 van het Lijfstraffelijk Wetboek, mitsgaders in de kosten".
De Regtbank
Gelet dat het uit de Instructie is gebleken, dat de Beklaagde zich heeft schuldig gemaakt aan de voren genoemde dieverij
En omtrend dit feit bij het rurale wetboek speciaal is voorzien.
De Regtbank
Na deswegens alvorens conform de wet te hebben gedelibreerd
vonnissende in het Eerste Ressort
Krachtens art. 35 en 36 van het rurale wetboek, art. 52 van het Panale Wetboek en art. 194 van het wetboek van Crimineele Instructie, waarvan de vereischte lecture is gedaan door Mijn Heer den voorzitter als volgd.
Rurale Wetboek
art. 35
art. 36
Panale Wetboek
art. 52
De veroordelingen tot geldboete etc.
Wetboek van Crimineele Instructie
art. 194
Alle vonnissen houdende condemnatie etc. condemneert den zelven Jacob Verboven, oud 58 jaren, geboren en wonende te Ouwerkerk, arbeider, ter zake van dieverij van Hakhout, uit het Bosch aankomende de Erfgenamen van Dingeman Hallingse aldaar; en zulks in den vroegen morgen van den Drie en twintigsten October 1800 zeven en twintig, in eene gevangenzitting van Drie dagen, eene Geldboete van vijfentwintig cents en in de kosten geliquideerd op twee gulden drie en dertig en een halve cents.
(is 't nood) bij gijzeling te innen
Belast den Heer Officier met de executie dezes
Aldus gedaan en gepronuncieerd ter Publieke Audientie der Regtbank voornoemd dezen Dertigsten November 1800 zeven en twintig; Praesent de Heeren Mrs. Van Adrichem, Moens Reger ter instructie de Jonge en van Sonningen, Regters Kroef, Officier en Egter, Griffier
Woonplaatsen en adressen:
Ouwerkerk (1819: Wijk A, woning nr. 50 te Ouwerkerk) - datum vertrek uit Ouwerkerk: 1 mei 1823 (Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, BR Ouwerkerk 1819-1823, blad 46, deel 1); dit is echter niet in overeenstemming met de feiten, want volgens het rechtbankverslag van 1827 woont hij dan nog in Ouwerkerk
Haamstede: vanaf 1 mei 1834 woonde hij achtereenvolgens in de woningen nr. 13, 82 en 18; op nr. 13 woonde hij in huis bij Marinus de Voogt en Janna Krijger, op nr. 82 bij Dingeman Braber
In het bevolkingsregister van Haamstede 1838 staat hij ingeschreven met de volgende gegevens: Jacob VAN BOVEN, gereformeerd, weduwnaar, geboren op 4 september 1777 te Ouwerkerk, laatste woonplaats Ouwerkerk, aankomst Haamstede op 1 mei 1834
|