Aantekeningen |
Op 30 juni 1627 wordt de nalatenschap geregeld van Arijen Arijensz STAM VAN LEEUWEN. Er zijn vier kinderen, verwekt bij Maertgen Heijndricx, te weten Sijmon (11 jaar), Arijen (9 jaar), Cornelis (8 jaar in mei 1628) en Maertgen (6 jaar in mei 1628). De weduwe zal de kinderen onderhouden tot hun meerderjarigheid of hun huwelijk en hen te zijner tijd 125 gulden geven. Bij een huwelijk krijgen zij 37 gulden en tien stuivers. Medecomparant is Pieter Pietersz POOT, de huidige echtgenoot van Maertgen HEIJNDRICX.
Op 30 juli 1639 maakt Maartgen Hendricx, laatst weduwe van Pieter Pietersz Jonge POOT, inventaris op van de nalatenschap. Het gaat om drie morgen land in Vlaardingerambacht tussen de Zwet en de Woudweg, tien hond land in Vlaardingerambacht ten zuiden van de Zwet en drie morgen en drie hond land in Spaland ten zuiden van de Woudweg. Verder heeft ze diverse schulden uitstaan, onder andere aan de kinderen uit haar eerste huwelijk met Arijen Arijensz VAN LEUWEN, te weten Arijen, Cornelis en Maertgen. Een vierde kind (dit is Sijmon) is overleden.
[Gemeentearchief Schiedam, RA Kethel en Spaland, boedelinventarissen 1602-1680]
|