Wat is er nieuw (sinds de laatste 30 dagen)

Antonie Munichman en Josephina Delphina Henrica Munichman-Meuwisse met hun vier dochters. Onbekend is wie de oude vrouw is.
De foto is gemaakt voor de noodwoning aan de Ericastraat 24 in Amsterdam-Noord, die het gezin van 1917 tot 1919 bewoonde.
Deze woningen werden tijdens de Eerste Wereldoorlog gebouwd voor Belgische vluchtelingen.
In 1919 keerde het gezin terug naar Antwerpen, maar enkele jaren later vestigden ze zich wederom in Amsterdam.

het document maakt deel uit van de huwelijkse bijlagen en bevat een vertaling uit het Duits van het uittreksel uit het doopregister van de Oude Kerk te Warendorf

David VAN DER VIJGH woonde bij zijn dood aan de Prinsengracht in de Spekslagersgang, huisnummer 403. Deze gang bevond zich iets ten zuiden van de Runstraat. Zijn dochters Cornelia en Maria woonden bij hem in huis. Zijn dochter Willemeijntje woonde met haar man Gerrit HAAS op nummer 404.

Deze foto van ca. 1890 toont de Prinsengracht ten zuiden van de Runstraat. De Spekslagersgang, waar David van der VIJGH met zijn dochters Cornelia en Maria woonde, was de nauwe doorgang tussen de huisnummers 537 en 543 in het midden van de foto. In 1900 is op deze plek een nieuw pand gebouwd en is de Spekslagersgang verdwenen.

Gerrit HAAS en Willemeijntje VAN DER VIJGH woonden aan de Amstel op nr. 100, het eerste huis met klokgevel rechts op deze foto uit 1895. Rechts van het pand is het poortje van het Swigtershofje te zien, links ervan is de Balk in 't Oogsteeg. Het pand dateert uit 1742 en bestaat nog steeds.

Op 27 augustus 1807 wordt Jan HOOGLAND, vergezeld van dit briefje, te vondeling gelegd tegenover het Aalmoezeniersweeshuis op de Prinsengracht te Amsterdam. Hij was toen bijna zes weken oud. Het briefje vermeldt zijn naam en geboortedatum en tevens het feit dat hij nog niet (gereformeerd) gedoopt is.
Het kind wordt opgenomen in het weeshuis, maar in op 12 november 1813 wordt het overgedragen aan de moeder. Zij verklaart daarbij het kind 'eene goede opvoeding te geeven, van al het nodige te zullen voorzien en te zullen zorgen dat hetzelve nimmer weder ten laste van dit Godshuis komt.' Ze ondertekent 'Geurtje (Geritje?) van de Kooij'.